Bij het crematorium begeleidde een mevrouw in een uitvaart-mantelpak ons naar een kamertje. Ze haalde koffie en hield een beleefd praatje. Schiet maar op, dacht ik, ik wil niet vertellen hoe het met mij gaat, ik wil Art.
Twee heel gewone potjes
De mevrouw liet ons alleen. Ik keek wat rond, in het kamertje stonden voorbeelden van urnen die ik allemaal lelijk vond. Even later kwam de mevrouw terug met een heel gewoon uitziende pot, groter dan ik had verwacht. ‘Ja,’ zei de mevrouw, ‘er blijft best wat over.’
Toen ik haar vertelde dat ook Arts papa wat van de as wilde hebben en wij apart wonen, vertrok ze weer met Art. Tien minuten later kwam ze binnen met twee urnen, hetzelfde type, maar dan een stuk kleiner. Ze deed ze in een kartonnen tasje, alsof het twee cadeautjes waren.
Dit was het dan, een compleet leven. Verdeeld over twee heel gewone potjes.
Een gekke film
Met in elke hand een gevuld cadeautasje liep ik over de parkeerplaats. Het regende een beetje. De meisjes stampten in de plassen. Ik had geen rust om op ze te wachten, Art moest droog blijven. Snel nam ik plaats in de auto. In de verte liepen mensen, op weg naar een uitvaart. Ik was blij dat we de onze, die van Art, achter de rug hadden.
Ik zei tegen mijn vriend dat hij heel voorzichtig moest rijden, bang als ik was dat de as uit de urnen zou vallen. Het voelde of ik in een gekke film speelde. Niet dat Art écht dood was en vervolgens verdeeld over twee potjes.
Thuis zette ik de urn bij Arts foto. We waren weer compleet. Voor het eerst die dag voelde ik me emotioneel. ‘Mama drietig?’ Wende pakte de lijst met daarin de foto van Art en bracht hem naar mij toe. Hoe jong ze ook waren, de tweeling begreep het.
Onderdeel van het gezin
Art in de urn staat sindsdien op onze piano, midden in de woonkamer, te midden van ons gezin. Hij maakt het vrolijke geklingel op de piano mee. De kinderruzietjes tijdens het eten. De sjoelwedstrijden in de weekends. De meisjes die vrolijk vertellen wat ze hebben getekend.
Soms praat ik met hem. We leggen spulletjes bij hem neer. Briefjes, mooie steentjes en stokjes van buiten. De hartjes die ik nog steeds af en toe vind (een teken van Art, om te laten weten dat hij nog ergens is, wil ik geloven).
Een heel gewoon potje, voor ons een dierbaar onderdeel van het gezin.