Op de grond lagen vochtige behangkrullen in het motief dat Art ooit had gekozen. Ik pakte een stuk van de vloer en legde het apart. Zoon Benten mocht wel helpen. Stil, allebei met onze eigen gedachten, namen we schrapend weer een beetje afscheid van Art.
Het kamertje
Een paar dagen eerder had ik Benten voorzichtig ingelicht, bang voor zijn reactie. Hij vond het prima dat het behang van zijn broer zou verdwijnen. Het kamertje had er sinds Arts overlijden hetzelfde bij gestaan. De rolgordijnen gesloten. Zijn bed fungeerde als opslag voor spulletjes die met hem te maken hadden. Soms speelden de meisjes op zijn kamer. Zijn speelgoed maakte een mooie symbiose met het peuterspeelgoed van de tweeling.
Af en toe kwam ik er. Ik ging dan op zijn bedje zitten, voelde Art wat dichter bij me. Andere keren spiekte ik even door de deuropening. Het donkere hok stemde me dan vooral verdrietig. Er zat geen leven meer in.
Ik zat op de rand van Arts bedje, aaide één van zijn knuffeltjes. Het was die dag exact twee jaar geleden dat hij stierf. ‘Geef me een teken, Art,’ zei ik zacht. Een teken waarvan of waarvoor, dat wist ik eigenlijk niet. Misschien gewoon een teken van leven. Ik stond op en ging weer over op de dagelijkse dingen.
Herinneringen in je hart
Die middag scrolde ik wat op Pinterest, een van mijn favoriete bezigheden voor als ik even niets wil doen. Tussen de recepten en knutselideeën voor peuters stond een gedichtje, Miss me but let me go.
Al een tijdje liep ik met het idee om Arts slaapkamer aan te pakken. De meisjes werden groot, ze pasten eigenlijk niet meer op één kamer. Als we die van Art zouden omtoveren tot een meidenkamer, zouden de meisjes genoeg én allebei hun eigen plek hebben. Alleen, dan zouden we geen herinneringsplek voor Art meer hebben. Maar zitten herinneringen niet in je hart, in plaats van spullen?
Het gedichtje op Pinterest raakte me, de tekst leek precies voor mij bedoeld. Dit was het gevraagde teken, ik kreeg toestemming van Art om het kamertje om te toveren. Om te wennen aan het idee gingen de rolgordijnen omhoog, de ramen open. Wat was het heerlijk om frisse lucht in de ruimte te ruiken. Art zou hier ook blij van worden, dat zijn kamer weer werd gebruikt.
Wendes kamertje
Op de ochtend dat er opnieuw werd behangen vond ik een hartje op Arts stoel. Wauw, Art was het er echt mee eens! Al snel ging Wendes bedje over. Arts lamp bleef hangen en paste wonderbaarlijk goed bij het nieuwe behang en de meisjesspulletjes. ‘Ik slaap op Arts kamertje,’ zei Wende na de eerste nacht. ‘Nee, nu is het Wendes kamertje,’ antwoordde ik.
ps. Na wat onderzoek op internet ontdekte ik dat Miss me but let me go een nummer van de Nederlandse band Scrum is.