Zo gezegd, zo geschiedde. Felix was nog geen 12 uur oud of hij kreeg kleine puntbloedinkjes over zijn ruggetje, armen en benen. Zo ook Olivier toendertijd. Ons gevoel van dat moment is niet te beschrijven. Zo veel angst en beelden van toen met Olivier. Twijfel waarom we nou geen vruchtwaterpunctie gedaan hadden. Het gevoel alsof iemand ons de keel dicht kneep. We appten onze kinderarts en zaten al snel weer op de SEH. Weer prikken, een lieve kinderarts die hem nakeek. De uitslagen maakten ons nog banger dan we al waren. Een afwijking aan de lever. Niet zo slecht als bij Olivier, maar helaas meer dan alleen simpele geelzucht. Daar gaan we weer. Er was verder geen reden tot opname want Felix deed het goed, dus op naar huis. Fijn want ik was net bevallen, maar wat een angst weer.
Nog geen beschuit met muisjes
De dagen erna werden niet gekenmerkt door kraambezoekjes en beschuit met muisjes, maar door ritjes van en naar het ziekenhuis. Door prikken en weer een huilende baby met blauwe plekken. Door tanden op mekaar als degene die prikt zich er duidelijk niet prettig bij voelt dat hij zo klein is en het niet zo soepel gaat als je hoopt voor je kindje. En toch is onze coulance weer groter dan toendertijd met Olivier. Waar we toen bij twijfel aan degene de moest prikken al aangaven dat we wel iemand anders zouden zoeken, geven we nu mensen weer het voordeel van de twijfel. Alsof een ander kindje weer een eigen strippenkaart heeft voor aantal keer mis prikken. Heel gek, maar waar. Dit gaat dan meteen weer gepaard met een schuldgevoel. Gelukkig is de situatie al zo matig dat een beetje schuldgevoel er ook nog wel bij kan.
Bang om weer een broertje te verliezen
De start van het nieuwe jaar ging voor ons gepaard met een opname. Een kleine, in luier gehulde, gele boef onder de lamp. Weer een split in ons gezin. Onze oudste Benjamin, met wie we zo goed bezig waren om hem veilig te laten hechten aan zijn nieuwe broertje, die aangeeft dat hij het niet meer trekt. Dat hij bang is om ook dit broertje te verliezen en het allemaal niet meer leuk vindt. Dat vinden wij ook niet lieve Benjamin. Wat een ellende. De afgelopen maanden hebben we het hier veel met hem over gehad. De vraag of Felix gezond was, kwam uit hem zelf al in het eerste trimester van mijn zwangerschap. We vertelden dat we hoopten dat baby Kado goed zou lukken. Net als dat hij zelf goed gelukt was. Olivier was heel lief en leuk, maar wel ziek. Dit was voldoende antwoord. Maar nu kwam deze vraag en het antwoord als een boemerang terug. 'Is Felix dan weer niet goed gelukt?' Het enige antwoord was nog steeds: 'We hopen van wel'.
Uitgeblust en angstig
Gelukkig, onverwachts en tot grote opluchting lijkt de lever iets bij te trekken en ook het normale geel zien verminderd. We mogen naar huis. De vorige keer dat we met een kleintje naar huis gingen na een ziekenhuis opname, was deze overleden. De keer ervoor hadden we een kleintje die ernstig ziek was en op onbekende termijn ging overlijden. Wat hebben we nu? Mijn gevoel zei nog steeds dat Felix het niet had, maar met al deze onzekerheden durfde ik hier nu helemaal niet meer op te vertrouwen.
Er ging een week voorbij waarin we de gordijnen dicht hadden. We waren kapot. Uitgeblust en angstig. Het leven draaide net zoals toen. En net zoals toen, was dit dankzij Benjamin. Maar wij waren er niet bij. We sloegen mijn verjaardag over en telden de dagen. Einde van de week was er contact met één van onze artsen. Het onderzoek dat definitief aan zou tonen of uit zou sluiten of Felix gezond was kwam binnen. Hartkloppingen en tranen al op de wangen hoorden we aan dat Felix het niet heeft. Niet de ellendige slopende ziekte van Olivier. Wat een opluchting. Ook de lever klaarde nog verder op. Twee slopende weken. Twee weken waarin we ons weer beseften hoe fragiel het leven is. Wat er echt telt. En twee weken die voelden als een nekslag.
Het kraantje staat een beetje open
Nu, een weekje verder, zijn we nog aan het bijkomen. De eerste normale kraambezoekjes komen op gang en dat is mooi. We starten rustig aan ons leventje op. We rapen ons weer bij elkaar, want zo voelt het nu. Er volgen nog wat ziekenhuis bezoekjes in de toekomst, maar het is ok. Het was even de druppel die het vat deed overlopen, maar dat kleine kraantje dat onderaan op dat vat zit, staat nu weer een beetje open. Dat kraantje wat je open kan zetten, zodat het vat niet overloopt. Dat kraantje dat is gemaakt van lieve woorden van de mensen om je heen. Dat kraantje dat bestaat uit kusjes van Benjamin aan Felix. Uit 'Lief broertje je bent goed gelukt, net als ik!' Dat kraantje is goud waard.