Ik: ‘O en toen?’
Ramon: ‘Nou toen werd het stil en bleef het stil.‘
Ik: 'Ja ik had dat deze week ook weer. Dat mensen dan sorry gaan zeggen. En dan moet ik weer zeggen: nee het is ok. Maar dat is ook weer zo’n raar antwoord, want het is niet ok. En ze hoeven geen sorry te zeggen, maar wat moet ik dan weer?’
Ramon: ’Ja dat dus.’
Ik: ‘En toen was er ook nog die moeder van dat vriendje laatst die begon ineens met: Oh my God, holy shit. I am so sorry, what the fuck? Nou, toen wist ik helemaal niet meer wat ik moest zeggen. ‘
Zomaar een gesprek aan de ontbijttafel. Zomaar een gesprek over lastige sociale situaties waar wij ons ook vaak geen raad mee weten. Een gesprek dat we helaas dagelijks zouden kunnen voeren als we elke gekke situatie zouden bespreken. Ik vertel dan over mijn trucje. Mijn uitweg om niet alles prijs te geven, maar onze lieve Olivier niet te ontkennen. Ik zeg: 'Ik heb er drie. De oudste is 5 en de jongste 1,5. Daar laat ik het dan bij en gelukkig vragen de meeste mensen niet door. En als ze het wel doen, is het op eigen risico. Dan vertel ik over onze knapperd. Over dat hij helaas erg ziek was en niet oud mocht worden. En dan komt dus de sorry. DE SORRY. We moeten er maar een begrip van maken, want ik snap hem niet. Sorry.
Wat we niet leren
We leren onze kinderen om beleefd te zijn. Om te spreken met twee woorden. We vragen ze netjes in de wc te plassen, de bril weer omlaag te doen (erg actueel in dit huishouden) en hun bordje af te ruimen. We leren ze alsjeblieft en dankjewel. We leren ze interesse in anderen te tonen. Het niet te veinzen, maar te hebben. We leren ze dat ze kunnen leren van anderen. Andere culturen, gebruiken en mensen. We leren ze niet te oordelen en compassie te hebben voor de medemens. Al die dingen leren ze niet alleen thuis, maar ook op school. Dit leren ze om onze samenleving prettig, netjes en veilig te houden.
Wat we ze niet leren is hoe om te gaan met rouwende mensen. Of mensen die iemand hebben verloren. En dat is nou zo raar. Tel maar uit; iedereen verliest. We hopen pas op volwassen leeftijd onze ouders te verliezen, ooms en tantes. Opa’s en oma’s zijn meestal voor gegaan. Kinderen verliezen we meestal niet. En toch, alles kan ook zomaar anders zijn. Maar wie het dan ook is die verloren is, een gepaste reactie op rouw leren we niet. Dit onderwijst Nederland niet. We weten als maatschappij dan ook vaak niet hoe we hierop moeten reageren.
Van kinds af aan
Het niet weten, leidt tot die gesprekken aan de ontbijttafel. Dit leidt ertoe dat wij soms liever even geen nieuwe mensen tegen komen. Dat we soms even moe zijn van die heftige oerknal-sorry-reactie die we vaak als boemerang terugkrijgen. Hiermee nog een extra druk op onze schouders leggend. En ik hoor je nu al denken, nou kom maar op met je oplossing dan. Tsja en die heb ik dus niet. Niet meer dan dat we er allemaal van kinds af aan mee op moeten groeien. Want de groep die dit bij uitstek goed doet zijn kinderen. Laatst met mijn zoon in de auto:
Benjamin tegen vriendje X: 'O ja ik heb ook twee broertjes net als jij.'
X: 'O leuk! Maar waar is je andere broertje dan?'
Benjamin: 'Ja ,die is dood.'
X: 'O, wat zielig voor hem. Ben jij dan wel eens verdrietig?'
Benjamin: 'Ja, ik mis hem heel erg.'
X: 'Ja dat snap ik, dat zou ik ook doen.'
Wow! Ik zat met tranen in mijn ogen achter het stuur. X, je bent een topper! Daar kan menig volwassene nog van leren. Laten we naast onze kinderen opvoeden ook weer eens goed naar ze kijken. Kijken welke pure en fijne reacties wij weer van hen kunnen leren.
En oh ja, zeg geen sorry als je er niks aan kan doen. En al helemaal niet als je het niet meent. Bedenk dan maar een lieve vraag, net als X, of zeg ik weet even niet hoe ik moet reageren, maar wat verdrietig voor jou en jullie gezin. Of zoiets. Samen komen we er dan wel. En Ollie? Die mag er altijd zijn en wordt gemist. Here comes the sun lieve Ollie, here comes the sun.